uitdroeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitdroeg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·droeg

Werkwoord

vervoeging van
uitdragen

uitdroeg

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitdragen
    • ... dat ik uitdroeg. 
    • ... dat jij uitdroeg. 
    • ... dat hij, zij, het uitdroeg. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitdroeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.