uitfaseerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitfaseerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·fa·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
uitfaseren

uitfaseerde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitfaseren
    • ... dat ik uitfaseerde. 
    • ... dat jij uitfaseerde. 
    • ... dat hij, zij, het uitfaseerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitfaseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.