uitfloepte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitfloepte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·floep·te

Werkwoord

vervoeging van
uitfloepen

uitfloepte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitfloepen
    • ... dat ik uitfloepte. 
    • ... dat jij uitfloepte. 
    • ... dat hij, zij, het uitfloepte. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitfloepte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.