uitfreest

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitfreest    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uitĀ·freest

Werkwoord

vervoeging van
uitfrezen

uitfreest

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitfrezen
    • ... dat jij uitfreest. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitfrezen
    • ... dat hij uitfreest. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitfreest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.