uitgaf
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitgaf (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uitĀ·gaf
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitgeven |
uitgaf
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitgeven
- ... dat ik uitgaf.
- ... dat jij uitgaf.
- ... dat hij, zij, het uitgaf.
- ... dat ik uitgaf.
Gangbaarheid
- Het woord uitgaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.