uitlicht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitlicht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·licht
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitlichten |
uitlicht
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlichten
- ... dat ik uitlicht.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlichten
- ... dat jij uitlicht.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlichten
- ... dat hij uitlicht.
Gangbaarheid
- Het woord uitlicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.