uitmunt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitmunt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·munt

Werkwoord

vervoeging van
uitmunten

uitmunt

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmunten
    • ... dat ik uitmunt. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmunten
    • ... dat jij uitmunt. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmunten
    • ... dat hij uitmunt. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitmunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.