uitrookte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitrookte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·rook·te

Werkwoord

vervoeging van
uitroken

uitrookte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitroken
    • ... dat ik uitrookte. 
    • ... dat jij uitrookte. 
    • ... dat hij, zij, het uitrookte. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitrookte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.