uitschotje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitschotje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·schot·je

Zelfstandig naamwoord

hetuitschotjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uitschot
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.