uitslinger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitslinger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uitĀ·slinĀ·ger

Werkwoord

vervoeging van
uitslingeren

uitslinger

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslingeren
    • ... dat ik uitslinger. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.