uitslingert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitslingert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uitĀ·slinĀ·gert

Werkwoord

vervoeging van
uitslingeren

uitslingert

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslingeren
    • ... dat jij uitslingert. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslingeren
    • ... dat hij uitslingert. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.