uitspande
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitspande (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·span·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitspannen |
uitspande
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitspannen
- ... dat ik uitspande.
- ... dat jij uitspande.
- ... dat hij, zij, het uitspande.
- ... dat ik uitspande.
Gangbaarheid
- Het woord uitspande staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.