uitspatte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitspatte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·spat·te
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitspatten

uitspatte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitspatten
    • ... dat ik uitspatte. 
    • ... dat jij uitspatte. 
    • ... dat hij, zij, het uitspatte. 
  2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van uitspatten
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord uitspatte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.