uitspeel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitspeel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·speel

Werkwoord

vervoeging van
uitspelen

uitspeel

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspelen
    • ... dat ik uitspeel. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitspeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.