uitsta

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitsta    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·sta

Werkwoord

vervoeging van
uitstaan

uitsta

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstaan
    • ... dat ik uitsta. 
  2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van uitstaan
    • ... dat men uitsta. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitsta staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.