uitvergrootte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitvergrootte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·ver·groot·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitvergroten |
uitvergrootte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitvergroten
- ... dat ik uitvergrootte.
- ... dat jij uitvergrootte.
- ... dat hij, zij, het uitvergrootte.
- ... dat ik uitvergrootte.
Gangbaarheid
- Het woord uitvergrootte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.