uitvlieg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitvlieg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·vlieg

Werkwoord

vervoeging van
uitvliegen

uitvlieg

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvliegen
    • ... dat ik uitvlieg. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitvlieg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.