uitzoom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitzoom    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·zoom

Werkwoord

vervoeging van
uitzoomen

uitzoom

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzoomen
    • ... dat ik uitzoom. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitzoom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.