ulcera

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ulcera    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ul·ce·ra

Zelfstandig naamwoord

deulceramv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ulcus

Gangbaarheid

  • Het woord ulcera staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
ulcerar

ulcera

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ulcerar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ulcerar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.