uniformeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uniformeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uni·for·meer·de

Werkwoord

vervoeging van
uniformeren

uniformeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van uniformeren
    • Ik uniformeerde. 
    • Jij uniformeerde. 
    • Hij, zij, het uniformeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord uniformeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.