urbaniseer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  urbaniseer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ur·ba·ni·seer

Werkwoord

vervoeging van
urbaniseren

urbaniseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van urbaniseren
    • Ik urbaniseer. 
  2. gebiedende wijs van urbaniseren
    • Urbaniseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van urbaniseren
    • Urbaniseer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord urbaniseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.