været

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈvεːʌð /
Woordafbreking
  • væ·ret
Naar frequentie 136

Werkwoord

været

  1. zwakke verbuiging voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van være

har været

  1. zwakke verbuiging voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van være


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈʋæːɾət /
Woordafbreking
  • væ·ret
Naar frequentie 1679

Werkwoord

været

  1. zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van være
Schrijfwijzen

været

  1. zwakke verbuiging voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van være
Schrijfwijzen

har været

  1. zwakke verbuiging voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van være
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

været

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van vær
    «Men været holdt seg bra, så de fleste nøt grillmaten i friluft.»
    Maar het weer bleef goed, dus de meeste mensen genoten van de barbecue in de open lucht.


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈʋæːɾət /
Woordafbreking
  • væ·ret

Zelfstandig naamwoord

været

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van vær

Zelfstandig naamwoord

været

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van være
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.