vaagde uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vaagde uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vaag·de uit

Werkwoord

vervoeging van
uitvagen

vaagde uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitvagen
    • Ik vaagde uit. 
    • Jij vaagde uit. 
    • Hij, zij, het vaagde uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord vaagde uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.