vaar blind

Uitspraak

• Geluid:  vaar blind    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vaar blind

Woordherkomst en -opbouw

• uit vaar (werkwoord) en blind, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vaar (...) blind

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blindvaren
   

   • Ik vaar blind. 

2. gebiedende wijs van blindvaren
   

   • Vaar blind! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blindvaren
   

   • Vaar je blind? 

Gangbaarheid

• Het woord vaar blind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.