vakantiebonnetje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vakantiebonnetje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • va·kan·tie·bon·ne·tje

Zelfstandig naamwoord

hetvakantiebonnetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vakantiebon

Gangbaarheid

  • Het woord vakantiebonnetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.