vakantiegastjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vakantiegastjes    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • va·kan·tie·gast·jes

Zelfstandig naamwoord

devakantiegastjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vakantiegast
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.