vastte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vastte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vast·te

Werkwoord

vervoeging van
vasten

vastte

  1. enkelvoud verleden tijd van vasten
    • Ik vastte. 
    • Jij vastte. 
    • Hij, zij, het vastte. 

Gangbaarheid

  • Het woord vastte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.