vastvroor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vastvroor    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vast·vroor

Werkwoord

vervoeging van
vastvriezen

vastvroor

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vastvriezen
    • ... dat ik vastvroor. 
    • ... dat jij vastvroor. 
    • ... dat hij, zij, het vastvroor. 

Gangbaarheid

  • Het woord vastvroor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.