vegeteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vegeteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ve·ge·teer

Werkwoord

vervoeging van
vegeteren

vegeteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vegeteren
    • Ik vegeteer. 
  2. gebiedende wijs van vegeteren
    • Vegeteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vegeteren
    • Vegeteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord vegeteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.