verbaas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verbaas    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·baas

Werkwoord

vervoeging van
verbazen

verbaas

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbazen
    • Ik verbaas. 
  2. gebiedende wijs van verbazen
    • Verbaas! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbazen
    • Verbaas je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verbaas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.