verbouwereer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verbouwereer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·bou·we·reer

Werkwoord

vervoeging van
verbouwereren

verbouwereer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbouwereren
    • Ik verbouwereer. 
  2. gebiedende wijs van verbouwereren
    • Verbouwereer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbouwereren
    • Verbouwereer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verbouwereer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.