vereis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vereis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • verĀ·eis

Werkwoord

vervoeging van
vereisen

vereis

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vereisen
    • Ik vereis. 
  2. gebiedende wijs van vereisen
    • Vereis! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vereisen
    • Vereis je? 

Gangbaarheid

  • Het woord vereis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.