verkoker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verkoker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·ko·ker

Werkwoord

vervoeging van
verkokeren

verkoker

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkokeren
    • Ik verkoker. 
  2. gebiedende wijs van verkokeren
    • Verkoker! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkokeren
    • Verkoker je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verkoker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.