verleen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verleen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·leen

Werkwoord

vervoeging van
verlenen

verleen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlenen
    • Ik verleen. 
  2. gebiedende wijs van verlenen
    • Verleen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlenen
    • Verleen je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verleen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.