verlees

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verlees    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·lees

Werkwoord

vervoeging van
verlezen

verlees

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlezen
    • Ik verlees. 
  2. gebiedende wijs van verlezen
    • Verlees! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlezen
    • Verlees je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verlees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.