verleuter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verleuter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·leu·ter
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verleuteren |
verleuter
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verleuteren
- Ik verleuter.
- gebiedende wijs van verleuteren
- Verleuter!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verleuteren
- Verleuter je?
Gangbaarheid
- Het woord verleuter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.