verliep
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verliep (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·liep
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verlopen |
verliep
- enkelvoud verleden tijd van verlopen
- Ik verliep.
- Jij verliep.
- Hij, zij, het verliep.
- Ik verliep.
Gangbaarheid
- Het woord verliep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.