verluchtigt

Uitspraak

• Geluid:  verluchtigt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·luch·tigt

Werkwoord

verluchtigt

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verluchtigen
   

   • Jij verluchtigt. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verluchtigen
   

   • Hij verluchtigt. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verluchtigen
   

   • Verluchtigt! 

Gangbaarheid

• Het woord verluchtigt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.