verluidde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verluidde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·luid·de

Werkwoord

vervoeging van
verluiden

verluidde

  1. enkelvoud verleden tijd van verluiden
    • Ik verluidde. 
    • Jij verluidde. 
    • Hij, zij, het verluidde. 

Werkwoord

vervoeging van
verluiden

verluidde

  1. onpersoonlijke verleden tijd van verluiden

Gangbaarheid

  • Het woord verluidde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.