vernagel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vernagel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·na·gel

Werkwoord

vervoeging van
vernagelen

vernagel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vernagelen
    • Ik vernagel. 
  2. gebiedende wijs van vernagelen
    • Vernagel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vernagelen
    • Vernagel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord vernagel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.