verpauper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verpauper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·pau·per

Werkwoord

vervoeging van
verpauperen

verpauper

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpauperen
    • Ik verpauper. 
  2. gebiedende wijs van verpauperen
    • Verpauper! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpauperen
    • Verpauper je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verpauper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.