verruim

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verruim    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·ruim

Werkwoord

vervoeging van
verruimen

verruim

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verruimen
    • Ik verruim. 
  2. gebiedende wijs van verruimen
    • Verruim! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verruimen
    • Verruim je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verruim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.