verruimde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verruimde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·ruim·de

Werkwoord

vervoeging van
verruimen

verruimde

  1. enkelvoud verleden tijd van verruimen
    • Ik verruimde. 
    • Jij verruimde. 
    • Hij, zij, het verruimde. 
  2. verbogen vorm van verruimd, voltooid deelwoord van verruimen

Gangbaarheid

  • Het woord verruimde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.