versnelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  versnelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·snelt

Werkwoord

vervoeging van
versnellen

versnelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versnellen
    • Jij versnelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versnellen
    • Hij versnelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van versnellen
    • Versnelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord versnelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.