vervolledigt

Uitspraak

• Geluid:  vervolledigt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·vol·le·digt

Werkwoord

vervolledigt

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervolledigen
   

   • Jij vervolledigt. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervolledigen
   

   • Hij vervolledigt. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vervolledigen
   

   • Vervolledigt! 

Gangbaarheid

• Het woord vervolledigt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.