vervroeg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vervroeg (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·vroeg
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vervroegen |
vervroeg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervroegen
- Ik vervroeg.
- gebiedende wijs van vervroegen
- Vervroeg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervroegen
- Vervroeg je?
Gangbaarheid
- Het woord vervroeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.