vervroegde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vervroegde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·vroeg·de

Werkwoord

vervoeging van
vervroegen

vervroegde

  1. enkelvoud verleden tijd van vervroegen
    • Ik vervroegde. 
    • Jij vervroegde. 
    • Hij, zij, het vervroegde. 
  2. verbogen vorm van vervroegd, voltooid deelwoord van vervroegen

Gangbaarheid

  • Het woord vervroegde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.