verwittig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verwittig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·wit·tig

Werkwoord

vervoeging van
verwittigen

verwittig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwittigen
    • Ik verwittig. 
  2. gebiedende wijs van verwittigen
    • Verwittig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwittigen
    • Verwittig je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verwittig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.