verwoog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verwoog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·woog

Werkwoord

vervoeging van
verwegen

verwoog

  1. enkelvoud verleden tijd van verwegen
    • Ik verwoog. 
    • Jij verwoog. 
    • Hij, zij, het verwoog. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.