verzegel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verzegel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·ze·gel

Werkwoord

vervoeging van
verzegelen

verzegel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzegelen
    • Ik verzegel. 
  2. gebiedende wijs van verzegelen
    • Verzegel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzegelen
    • Verzegel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verzegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.